Jacob van der Klooster '' d'n ouwen Joap''                           

Geboren: 1829
Overleden: 1899

                     

Jacob van der Klooster en zijn gezin

Jacob van der Klooster werd geboren op 1 maart 1829 in St. Annaland. Toen hij 24 jaar oud was, keerden zijn ouders terug naar Burghsluis. Jacob trouwde op 23 juli 1853 met Anthonie Bakker, die helaas kort daarna overleed.

Op 29 september 1854 trouwde Jacob opnieuw, ditmaal met Adriaantje van Loozen. Over haar schreef een onbekende familiedeskundige dat ze een “kanjer” van een vrouw was. In Burghsluis stond ze daarom ook bekend als “de hoogaars”. Destijds werden bijnaam vaak gebruikt, en veel leden van de familie Klooster waren beter bekend onder hun bijnaam dan hun echte naam.

Samen kregen Jacob en Adriaantje tien kinderen. Drie van hen overleden kort na de geboorte. Van de zeven overgebleven kinderen waren er vijf zonen en twee dochters.

 

Maria (1855-1855)

Andries (1856-1856)

Andries (1857-1941)

Cornelis '' Kees Klute'' (1859-1950)

Dirk ''Baes Piet" ( 1861-1931)

Marinus '' Asje Pijn'' (1864-1958)

Neeltje (1865-1865)

Cornelia (1867-1950)

Nelis '' den Brik'' (1868-1938)

Santje ( 1872-1955)

 

In 1862 werd Jacob van der Klooster benoemd tot de eerste schipper. Met moed en vastberadenheid voer hij uit om in weer en wind mensenlevens te redden.

Na hem namen zijn zonen Marinus en Cornelis het roer over, en de traditie van redderschap werd voortgezet binnen de familie. Een volgende generatie, met kleinzoon Jacob, hield de naam hoog. Tot aan de Tweede Wereldoorlog, toen de bezetter de reddingsboot in 1945 vernielde, bleef hij de drijvende kracht achter de reddingsacties vanuit Burghsluis.

Een van de meest indrukwekkende inzetten was op 29 en 30 november 1897, toen het Engelse stoomschip Baidar tijdens een zware storm op het Noordland strandde. Onder levensgevaarlijke omstandigheden maakte Jacob toen zijn laatste tochten. Enkele jaren later, in 1899, overleed hij.

 

Beroemd citaat als antwoord op de vraag wat de bemanning denkt bij het uitvaren in vliegende storm:

"Men dienke niks, Burgemeester, want az men zouwe gae dienke , bleeve men tuus."