Geschiedenis van het Kakelstraatje
In de volksmond stond Burghsluis bekend als ’t Ouwe Sluusje, en het kleine straatje in het hart van de buurtschap heette officieel Kaekelstraete ofwel het Kakelstraatje.
Het straatje huisvestte vroeger twee cafés en een snoepwinkeltje, en vormde zo het levendige centrum van het gehucht, waar men elkaar ontmoette en verhalen de rondte gingen.
Functie & sfeer
Het Kakelstraatje was meer dan een doorloop locatie: het was dé plek waar jutters en vissers samenkwamen, liederen zongen (zoals het jutterslied dat later is vastgelegd voor een documentaire) en nieuws uitwisselden.
Het straatje droeg daarmee bij aan de informele sociale infrastructuur van Burghsluis in de 19e eeuw.
Kakelstraatje en de Van der Kloosters
Kort bij datzelfde straatje vestigde zich halverwege de 19e eeuw de familie Van der Klooster. Zij begonnen daar met jutten en het uitvoeren van reddingsacties vanaf de kust van Schouwen-Duiveland.
Zo stonden het Kakelstraatje en de Van der Kloosters symbool voor de overgang van een informele jutterstraditie naar een georganiseerd reddingswerk door de reddingmaatschappij.
Foto's: Kakelstraatje
"Beeld: Zeeuws Archief / Collectie Gemeente Schouwen-Duiveland"
Foto: Kakelstraatje datum niet bekend
Foto's: Kakelstraatje tijdens watersnood 1953 | in de jaren '70 | 1978
"Beeld: Zeeuws Archief / Collectie Gemeente Schouwen-Duiveland"
De bewoners van de Kaekelstraat in 1929
Behalve de vier huizen rechts buiten deze foto en de links gelegen boerderij van A. van Zuijen, zien we hier het "Ouwe Sluusje", ook wel "De Kaekelkae" genoemd – een naam die ontstond omdat er veel werd geroddeld.
Tot 1955 sueerde de Burgh- en Westlandpolder via de bedding van de Oude Amer het water op zee, onder de Suikerdijk door — op de achtergrond — via een sluis in dit poldertje. Tot 1940 was J. Kommer (bijnaam “De Sire”) hier sluiswachter, daarna nam C. Overbeeke die taak over.
De vier huizen op de voorgrond, de boerderij van Van Zuijen, de sluiswachterswoning en het dubbele huis op de hoek van de dijk, waren ooit onderdeel van café "Bonne Futte", dat door de bezetter werd afgebroken. Dit café, gelegen vlak bij de “Ouwe Kaoie”, had een gunstige ligging. De houten schuur links diende als rijksopslagplaats.
Bij storm en regen werden de toevoerpijpen naar de regenbakken losgekoppeld om te voorkomen dat zout buiswater via de daken in de “trassen” terecht zou komen.
Iedereen had een bijnaam, want ongeveer de helft van de bewoners droeg de naam Van der Klooster. De huizen werden van links naar rechts bewoond door:
-
Weduwe D. van der Klooster – "den witten"
-
C. Fondse – "de katte"
-
Lichtwachter Nelis van der Klooster – "den brik"
-
Weduwe Th. Speelman – "algiers"
-
S. de Feiter (uit Renesse)
-
H. Speelman – "den bok"
-
D. van der Klooster – "baes Piet", kapitein van de reddingboot
-
M. van der Klooster – "(asje)pijn"
-
C. van der Klooster – had een snoepwinkeltje
-
Joh. van Loozen – "pothof", duiker
-
A. Sperling – "dove Pier"
-
A. Fondse – "waoibabbe"
-
M. van der Klooster – "poeste"
-
Piet met Mina Landegent – "snijbiet"
Achter de huizen stond een houten huisje — waarin voorheen Ammelijntje Dijkgraaf woonde — dat tot de afbraak in 1953 werd gebruikt als opslagplaats voor netten en zeehondenhuiden.
Hoe ziet het er nu uit?
Tegenwoordig zijn veel van de oorspronkelijke woningen in het Kakelstraatje omgebouwd tot tweede woningen of vakantiewoningen. De sfeervolle cafés en winkeltjes zijn verdwenen, maar het karakter van het straatje blijft zichtbaar.
Het blijft een herinnering aan het oude Burghsluis, waar mensen samenkwamen op wat voor sommigen hun thuis was.
Foto's: Kakelstraatje Burghsluis 2025
Film: Rondleiding door het Kakelstraatje