De aangespoelde vinvis van Burghsluis (1910)
Tijdens het Pinksterweekend van 1910 vond een opmerkelijke gebeurtenis plaats in het Zeeuwse Burghsluis. Aan de voet van de dijk bij ’t Boutje spoelde een gewone vinvis van maar liefst 16 meter lang aan – een zeldzaam fenomeen dat de hele regio in beroering bracht.
Het nieuws verspreidde zich razendsnel. Op Eerste Pinksterdag verlieten kerkgangers zelfs halverwege de dienst om met eigen ogen het kolossale zeedier te aanschouwen. De familie Van der Klooster, vissers en redders van beroep, legde hun hoogaars naast de aangespoelde walvis en vroeg een dubbeltje entree aan wie de vis vanaf het dek wilde bekijken. Wat begon als een spontane samenloop werd al snel een lokale attractie. De dijk liep vol. Mensen kwamen te voet, per fiets of per kar om het zeldzame dier te zien – voor velen was het de eerste en laatste keer dat ze een walvis van dichtbij zagen.
Foto: Burghsluis. Dijkvak 't Boutje. De gebr. en neefs Van der Klooster, die tegen de dijk aan hun hoogaars hadden drooggelegd, om vanaf de dijk het het gezicht te ontnemen van een grote, dode vinvis. Er moest immers een dubbeltje entree betaald worden om vanaf de hoogaars het grote dier te kunnen aanschouwen. Het was Pinksteren, dus was er veel volk op de been voor deze bijzondere gebeurtenis. Toen de vis teveel ging stinken, werd na enkele weken de tentoonstelling opgegeven. Deskundigen van de Leidse Universiteit hebben de vis ontleed en bepaalde delen veilig gesteld.
Een Zeeuwse attractie
De dijk liep vol met mensen uit de wijde omgeving. Families, kerkgangers, boeren, vissers – iedereen wilde het wonder van dichtbij zien. De vinvis werd al snel het gesprek van de dag. Tot en met Eerste Pinksterdag bleef het dier in Burghsluis liggen en groeide uit tot een echte attractie. Sommigen spraken van een zegen van de zee, anderen vonden het maar een vreemde gewaarwording – een heilige dag, een gestorven reus, en een rij wachtenden met een dubbeltje in de hand.
Op Tweede Pinksterdag werd de vis versleept naar Veere, waar hij opnieuw tegen betaling te bezichtigen was op de werf van Van Beveren. De nieuwsgierigheid kende geen grenzen – maar de stank ook niet. Al snel werd de geur ondraaglijk en moest de tentoonstelling worden opgeheven.
Foto: Bezoekers die tegen betaling naar de vis mochten kijken.
Beeld: Zeeuws Archief, Beeldbank Schouwen-Duiveland
Wetenschap op het strand
De bijzondere verschijning bleef echter niet zonder waarde. Deskundigen van de Universiteit Leiden namen het initiatief om het dier te ontleden. Dat gebeurde in Vrouwenpolder, op het strand, onder toeziend oog van wetenschappers, studenten en nieuwsgierigen. Delen van het skelet en het weefsel werden veiliggesteld voor verder onderzoek. Zo kreeg de vinvis, zelfs na zijn dood, nog een tweede leven – in de wetenschap.
Een verhaal dat blijft hangen
De vinvis van Burghsluis is meer dan een anekdote. Het is een tastbare herinnering aan een tijd waarin natuur, dorpsgemeenschap en nieuwsgierigheid elkaar raakten op het ritme van de zee. Aan de dijk, tussen de boten en het getij, leefde het dorp even in het middelpunt van verwondering.
Vandaag de dag is er misschien geen vinvis meer te zien in Burghsluis, maar wie over de dijk bij ’t Boutje loopt, kan zich het tafereel nog levendig voorstellen: het glimmen van de walvishuid, het geroezemoes van de menigte, de klompjes op het hout van de hoogaars… en de geur, die misschien nét iets te lang bleef hangen.
Foto: Burghsluis Dijkvak 't Boutje. De gebr. en neven Van der Klooster die tegen de dijk hun hoogaars hadden droog gelegd om vanaf de dijk het zicht te ontnemen op een grote dode vinvis. Er moest immers een dubbeltje entree betaald worden om vanaf de hoogaars de grote vis te kunnen aanschouwen. Het was pinksteren dus was er veel volk op de been voor deze bijzondere gebeurtenis. Toen de vis teveel ging stinken werd na enkele weken de tentoonstelling opgegeven. Deskundigen van de Leidse Universiteit hebben de vis ontleed en bepaalde delen veilig gesteld. V.l.n.r. Willem, Jaap, Nelis, Marien, Marinus Dirkzn. en Marinus van der Klooster
Wat gebeurde er met het skelet van Doortje?
Na haar indrukwekkende verschijning op de dijk van Burghsluis in 1910, begon voor vinvis Doortje een tweede leven in de wetenschap. Haar skelet, ruim 16 meter lang en bijna 2 ton zwaar, werd bewaard en uiteindelijk overgebracht naar Naturalis Biodiversity Center in Leiden. Daar maakt het nog altijd deel uit van de natuurhistorische collectie.
Jarenlang lag het skelet opgeslagen in een fietsenkelder van de universiteit van Groningen, veilig verpakt in bubbeltjesplastic. In 2012 kreeg Doortje tijdelijk een waardige plek in het Universiteitsmuseum Groningen, waar bezoekers haar imposante botten van dichtbij konden bewonderen.
Vandaag de dag wordt het skelet bewaard bij Naturalis, achter de schermen, als waardevol onderzoeksobject. Niet langer zichtbaar voor het grote publiek, maar nog altijd een tastbare herinnering aan dat bijzondere pinksterweekend in Burghsluis – toen een aangespoelde vinvis een klein Zeeuws dorpje even wereldnieuws maakte.
Foto: Arikel uit de PZC
Foto 1: De bij Burgh (Schouwen) aangespoelde vinvis ligt op het strand van Vrouwenpolder om te worden ontleed
Foto 2: De bij Burgh (Schouwen) aangespoelde vinvis wordt met een sleepboot naar Veere gesleept, op de achtergrond de Campveersche toren.
Foto 3: De bij Burgh (Schouwen) aangespoelde vinvis wordt door een sleepboot gesleept in het Veersegat
Vinvis Doortje in de spotlights
Bron: OOG Groningen, 29 november 2012
Vinvis Doortje succesvol verhuisd
Bron: OOG Groningen, 21 maart 2012
Eindelijk een plekje voor Doortje de Vinvis
Groninger Internet Courant 26 mei 2016
Doortje de vinvis krijgt eigen expositie
BNN-VARA 2 november 2012
Vinvis Doortje niet langer dakloos
PZC 24 januari 2012
Gratis af te halen: Doortje de Vinvis
de Volkskrant 20 januari 2012
Foto: Wim van de Sluis brengt bezoek aan Naturalis in Leiden waar Doortje beneden in de fietsenkelder opgeslagen is zolang er geen andere bestemming is...