Marius van der Klooster
Geboren: 14-06-1890
Overleden: 1989
Ouders: Marinus (Poeste) van der Klooster en Neeltje Berrevoets.
Marius was de zoon van Marinus van der Klooster Dz – “Poeste” en Neeltje Berrevoets. Hij werd geboren in 1890 in Zeeland.
Op 31-05-1929 is hij getrouwd met Adriana Katharina van de Zande.
Over zijn verdere leven is weinig gedocumenteerd, maar er wordt aangenomen dat hij mogelijk naar Amerika emigreerde.
De nacht van 31 januari 1913 – De Belgische Vissloep P 35
In de ijzige nacht van 31 januari 1913, omstreeks drie uur, dreef de Belgische vissloep De Panne 35 hulpeloos richting de kust van Westenschouwen. Vier mannen bevonden zich aan boord toen het schip vastliep op het strand. De branding was hoog, de zee woest en de duisternis beklemmend. Pas tegen de ochtend, rond negen uur, ontdekte de onbezoldigde rijksveldwachter de gestrande vissers.
Het nieuws verspreidde zich snel. Jachtopziener Bazens haastte zich naar de nabijgelegen hofstede “Duinoord” van C.W. Boot, die onmiddellijk alarm sloeg en de reddingboot Prinses Wilhelmina in Burghsluis probeerde te bereiken. Omdat het gevaar groot was en geen tijd te verliezen, werden ook lokale mannen ingeschakeld: Marius en Jacob van der Klooster.
De eerste pogingen om wadend of zwemmend het vaartuig te bereiken mislukten. De zee sloeg elke reddingspoging terug. Toen besloot de 23-jarige Marius van der Klooster, geoefend zwemmer en zeeman, een wanhopige poging te wagen. Hij trok zijn kleren uit en ging naakt het ijskoude water in. Tot tweemaal toe dwong de branding hem terug. Maar bij de derde poging bereikte hij de vissersboot.
Met bovenmenselijke inspanning wist hij de vier uitgeputte en verkleumde vissers één voor één naar de kust te brengen. De mannen, volledig uitgeput en half verdoofd van de kou, zouden zonder zijn moed slechts enkele minuten later de dood gevonden hebben. Op de boerderij van Boot werden ze opgevangen, verwarmd en van droge kleren voorzien.
In eerste berichten werd zijn rol nauwelijks genoemd, maar ingezonden brieven in de kranten stelden dit recht: zonder Marius’ daadkracht waren de Belgische vissers reddeloos verloren.
Voor zijn moed en zelfopoffering ontving Marius van der Klooster niet alleen van Koningin Wilhelmina een medaille met loffelijk getuigschrift en een beloning van zestig gulden, maar ook van het Carnegie Heldenfonds in Den Haag een extra beloning van honderd gulden, vergezeld van een eervol getuigschrift.
Later dat jaar werden Boot en Van der Klooster door de geredde vissers uitgenodigd in De Panne. Enkele dagen lang waren zij te gast in België, waar de dankbaarheid van de vissersfamilies en de gemeenschap groot was.
Foto: een van de vele ingezonden stukken naar aanleiding van de redding van de vissloep P35
Bronvermelding: Middelburgsche Courant
Foto: een van de onderscheidingen ontvangen van Koningin Wilhelmina
Enkele dagen later verscheen naar aanleiding van een eerste, kort telegramverslag van dit gebeuren in de vrijdagkrant van 31 januari 1913, een ingezonden stuk onder de kop